spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Hoofdstuk 4 B. Thematiek 2. Politiek, activisme en het Net Computernetwerken spelen, vaak ongemerkt, een belangrijke rol in ons dagelijks leven. De toevoer van water en elektriciteit, transportsystemen, inventarisering, boekhouding, telefoon- en telecommunicatienetwerken zouden niet functioneren zonder de tussenkomst van de informatietechnologie. Ook de wereldwijde financiële markten, verzekeringen en banken, en, niet te vergeten de overheid, surveillance door bedrijven en het militaire apparaat, en controleprogramma's, zijn afhankelijk van computernetwerken. Een aantal kunstenaars zijn zich hiervan scherp bewust; ze willen in hun oeuvre de aandacht vestigen op deze realiteit en eventueel kritiek uitoefenen op de negatieve aspecten ervan. Dit kan gebeuren via een subversieve houding (hacking, bijvoorbeeld) of door het publiek op een meer conventionele manier, via een "klassiek" webproject, met een bepaalde problematiek te confronteren. Dergelijke activistische webkunst heeft vaak een sterke band met "real life". De Nettime-mailinglist is, zoals in hoofdstuk 3 werd aangestipt, een levendig forum voor kritiek op de politieke, juridische en maatschappelijke implicaties van het Internet. De achtergrond van de deelnemers is heel verscheiden, maar de algemene teneur van de bijdragen wijst op een kritische houding ten aanzien van alle vormen van hype en oppervlakkigheid; op die manier onderscheidt Nettime zich van andere groeperingen die met een gelijkaardige problematiek bezig zijn, maar daarbij vaak een opgeblazen retoriek hanteren, zoals bijvoorbeeld de Electronic Frontier Foundation, een groep activisten die ijveren voor vrije meningsuiting op het Net(337). John Perry Barlow, één van de cyberpunk-coryfeeën, is mede-oprichter van EFF; hij schreef na het goedkeuren van de Telecom Act(338) 'A Declaration of the Independence of Cyberspace' een utopische tekst vol opgeblazen retoriek:
De Nettime-gemeenschap wil een alternatief bieden voor dit soort taalgebruik en vertrekt vanuit een meer realistisch beeld van de politieke en economische factoren die het uitzicht van cyberspace bepalen, meestal met een relativerende houding ten aanzien van het Internet zelf. Het is vooral een intellectueel forum met weinig praktische impact; Nettime doet wel inspanningen om het kritische gedachtengoed te verspreiden door het gratis verdelen van ZKP-readers en stilaan ook door een aanwezigheidspolitiek op culturele manifestaties zoals Documenta X(340). Concrete acties komen meestal uit de artistieke hoek binnen Nettime en hebben een kleinschalig karakter. Name.space(341) is zeker het meest ambitieuze project; het raakt aan de fundamenten van het Internet, namelijk de naamgeving van sites en de commercie en centralisering die daarmee verbonden zijn. Het is niet denkbeeldig dat andere, gelijkaardige initiatieven in de toekomst het licht zullen zien in de schoot van de Nettime-gemeenschap. Daarnaast dienen ook de bescheiden, activistische en poëtische projecten van Heath Bunting en een kleine groep artiesten op zijn irational-server(342) vermeld te worden. Voor Bunting staat netkunst niet los van het dagelijkse leven; zijn sociaal bewustzijn en zijn verleden als hacker inspireren hem tot kleinschalige acties, zoals het in elkaar knutselen van computertoebehoren en modems voor de Londense underground-beweging, of het installeren van een aantal webcamera's op verschillende openbare plaatsen(343); de beelden worden op zijn site getoond, met het verzoek om iedere verdachte beweging of criminele activiteit onmiddellijk te rapporteren aan het dichtstbijzijnde politiekantoor, waarvan het e-mailadres op de site vermeld wordt. Hiermee verwijst Bunting naar de surveillance-problematiek die de negatieve kanten van de technologie belicht: de toenemende controle op onze activiteiten, gekoppeld aan de stedelijke transformatie die in het vorige punt behandeld werd: het toenemende gevoel van onveiligheid, verhoogde politiecontrole, met camera's beveiligde en ommuurde woonwijken. Een ander webproject dat dit thema behandelt, is Securityland van Julia Scher(344); de kunstenares vertaalt haar ervaringen uit haar geboortestad Los Angeles naar een eerder traditioneel getint webproject dat een bewustmaking van de problematiek beoogt. Een systeem van surveillance wordt door de natiestaat uitgebouwd om subversieven en potentiële vijanden te observeren, maar ook als democratisch middel, vanuit de nood aan administratie en informatie over de burgers(345). De keerzijde van de medaille is het gevaar dat gegevens uit die bestanden kunnen misbruikt worden voor andere doeleinden, en dat afzonderlijke data gecombineerd kunnen worden tot een 'elektronische identiteitskaart' met gedetailleerde informatie over elk individu. Dit doet denken aan Foucaults notie van het panopticon(346), een metafoor voor het moderne leven die hij ontleende aan de ideeën van Jeremy Bentham en die refereert naar het ontwerp van gevangenissen die vanuit één centraal punt overzien kunnen worden. Ook kapitalistische ondernemingen dragen hiertoe bij, door het inschakelen van surveillance in het produktieproces en het samenstellen van databases van klanten. Hierop levert Rachel Baker commentaar met haar Clubcard-project(347); nietsvermoedende bezoekers vullen persoonlijke gegevens in op de site en ontvangen na verloop van tijd onverwachte 'rewards' via de post. De gerechtelijke vervolgingsprocedures door de geviseerde ondernemingen maken integraal deel uit van het webproject; in zekere zin formuleert Rachel Bakers project ook commentaar op de vercommercialisering van het Internet, en op de problematiek van "intellectual property" en "corporate identity". |
|
Copyright © 1997
|