spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Hoofdstuk 3 C. Autonome initiatieven 3. David Blair: Waxweb David Blair is een Newyorks videokunstenaar die zijn werkproces op autodidactische wijze opgebouwd heeft. Hij onderging onder meer invloed van groteske films die beschreven worden als "metafiction" omdat ze het proces van hun eigen creatie duidelijk maken; met andere woorden een belangrijke voorloper van het postmodernisme. Blair omschrijft zijn eigen werk als "image-processed narrative", waarbij zowel het beeld als de verhaallijn "processed" of door de computer bewerkt zijn. Wat de beelden betreft plaatst deze visie hem op de lijn van videomakers die belang hechten aan het gemediatiseerde beeld en de nadruk op het technische wordingsproces van het werk. Voor de verhaallijn kiest Blair een artificiële plot waarvan de geïmproviseerde vorm bepaald wordt door toevallige ontdekkingen en creaties tijdens de uitvoering van het stuk(177). WAX or the discovery of television among the bees (85:00, 1991) is een film die op deze manier tot stand gekomen is: hij bestaat volledig uit elektronische beelden. De meeste van de 2000 shots werden achteraf door de computer bewerkt of gesynthetiseerd met analoge of digitale technieken. Ook de plot is "processed" door middel van "cut and paste"-bewerkingen in een tekstverwerkingsprogramma. Beide processen speelden zich gelijktijdig af en waren soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dit resulteerde in een sterk associatieve film waarbij Blair zich echter nog beperkt voelde wat betreft het aantal mogelijke "paths" vanuit een bepaald punt; een probleem dat hij voor een deel oploste door hypertekstueel te gaan schrijven met behulp van Storyspace, een programma dat mede ontwikkeld werd door Jay David Bolter(178) en dat de geschreven tekst ruimtelijk voorstelt als fragmenten die onder de vorm van een web met elkaar verbonden zijn. Dit procédé wordt door Blair gecombineerd met enorme hoeveelheden informatie, waarbij hij verlangend uitkijkt naar narratieve/poëziemachines, een vorm van artificiële intelligentie waarbij automatisch associaties of zelfs een verhaallijn gecreëerd worden. Dergelijke programma's worden in onderzoekslaboratoria ontwikkeld maar staan nog niet ter beschikking van kunstenaars. Als alternatief hiervoor ontwikkelde David Blair een methode van "constructieve hypertekst", waarbij de lezer ook stukken tekst kan toevoegen. Hier kwam Blair op het punt terecht waar hij zijn film Wax omvormde tot Waxweb, bestaande uit een basislaag van ongeveer 600 knooppunten (nodes), corresponderend met de gesproken zinnen uit de film. Deze tekst wordt vergezeld van beschrijvingen van de zowat 2000 shots. Voor het toevoegen van associaties en verhaallijnen werden 25 schrijvers van over heel de wereld ingeschakeld die via het Internet met elkaar in contact bleven. Voor synchrone conferenties werd gebruik gemaakt van MOO-software waarbij elk hypertekst-knooppunt een afzonderlijke ruimte werd binnen de virtuele architectuur(179). Op dit ogenblik kon de basis-hypertextlaag van Waxweb publiek toegankelijk gemaakt worden; iedereen met telnetsoftware kon tekst lezen en toevoegen. Op SIGGRAPH '94, de grootste jaarlijkse conferentie van computergrafiek, werd beslist om ook geluid en videobeelden aan het project toe te voegen. Het World Wide Web was hiervoor de meest geschikte omgeving; de webpagina's werden ontworpen voor Mosaic, toen de meest courante grafische browser. Vanuit de browser konden gebruikers toegang krijgen tot de MOO. Vanaf dat ogenblik werd Waxweb uitgebreid tot 3000 hypertekst-pagina's en meer dan 25000 hyperlinks, met geluidsfragmenten in het Engels, Frans, Duits en Japans, met 30 seconden durende filmfragmenten in MPEG-formaat en kleurafbeeldingen van shots uit de film(180). In het begin van 1995 kreeg de site een tweede interface bestaande uit een reeks aan elkaar gelinkte VRML-omgevingen(181); een logische stap, aangezien de film intensief gebruik maakt van driedimensionele objecten. David Blair ziet in de snelle evolutie van Waxweb (van louter hypertekst naar een combinatie van hypertekst, VRML, Mosaic en MOO in één jaar tijd) een stap naar integratie en hybriditeit van steeds meer verschillende media, wat volgens hem de standaard van het World Wide Web zal worden(182). Sinds 1996 is Waxweb 2.0 vrijwel op nonactief gesteld; David Blair werkt aan een CD-ROM met alle gegevens van de site en aan de uiteindelijke versie, Waxweb 3.0(183). |
|
Copyright © 1997
|