spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen 1. äda 'web Äda 'web(98) dankt zijn naam aan lady Ada Augusta Lovelace, ook gekend als Ada Byron. Ze was de dochter van Lord Byron en wetenschapper, en wordt beschouwd als de uitvindster van het concept van software. Maar ze was ook dichteres, musica en een vrouw van de wereld, sterk begaan met de cultuur van haar tijd - dit alles maakt haar tot de muze van äda 'web. De mensen achter äda 'web zijn Ainatte Inbal, Cherise Fong, Andrea Scott, Vivian Selbo, Matteo Ames en Benjamin Weil, redacteur bij Flash Art, en curator en woordvoerder van het Newyorkse initiatief. Sinds de lente van 1995 nodigen ze kunstenaars uit om te experimenteren met en na te denken over het web als medium en als manier om hun werk te verspreiden. De meeste projecten worden door de initiatiefnemers van äda 'web geproduceerd, maar er zijn ook een aantal gasten aanwezig, zoals Group Z en jodi.(99) Benjamin Weil omschrijft de site als volgt: ada 'web invites artists to do projects on the web. we invite established artists and less established ones, and act as a "digital foundry", which means that we collaborate with those artists to carry out the process of the dialogue we have with them on to the net, as a project. in addition, we are happy to host a number of projects, produced elsewhere, by artists who use the web as their primary medium. we believe it is important to keep a dialogue between those two "constituencies", as there seems to be a lot of back and forth discrimination, between net and non-net artists. at ada 'web, we believe that this distinction is only dangerous, as it indicates that the mastery of the medium is all what counts. i can assert that we are into proving that assumption wrong... (100) De äda 'web-site bevat verschillende onderdelen. Project(101)
is het belangrijkste gedeelte van de äda-site; hier zijn de verschillende
artistieke projecten ondergebracht die enkel op het Web kunnen bezocht
worden. Hiertoe behoort onder meer vertical blanking interval van
Vivian Selbo(102), een visueel interessante site bestaande uit twaalf
frames die automatisch gewijzigd worden en daardoor een dynamisch geheel
vormen. Het project levert commentaar op televisiereclame, slogans en
beeldschermen. Homeport van Lawrence Weiner(103) is een buitenbeentje
bij da ëweb omdat het eigenlijk geen web-specifiek project is. De
bezoeker moet eerst Palace-software downloaden, een programma waarmee
men kan navigeren doorheen een virtuele omgeving (palace) die door de
kunstenaar gecreÎerd werd maar die in sommige gevallen door de gebruiker
kan aangepast worden. Weiner heeft voor Homeport een aantal "kamers"
gecreëerd waarbij zijn typische taalfragmenten de toegang vormen
tot nieuwe ruimtes. In iedere "kamer" worden slechts drie bezoekers
tegelijk toegelaten; ze kunnen rechtstreeks via hun toetsenbord met elkaar
communiceren. Bij de start in 1995 zorgden de oprichters ervoor dat het woord "art" nergens op de site voorkwam, uit angst voor de etikettering waarvan deze nieuwe kunstvorm gevrijwaard wil blijven(108). Bovendien ligt het in hun bedoeling een zo breed mogelijk publiek met hun project kennis te laten maken - de indexpagina van äda 'web bevat 'verborgen' trefwoorden zoals love, lust, sex, word, shareware, wired, hotwired,(109) een truukje dat toevallige surfers naar de site moet lokken. Deze tendens - het vermijden van de expliciete kunstcontext en het mikken op een breed publiek - is vrij algemeen verspreid onder webkunstenaars, vanuit een terechte bezorgdheid voor het vrijwaren van de bedoelingen van hun werk. Een heel aantal projecten wil het etiket "kunst" vermijden omdat dit institutionalisering in de hand werkt en op die manier de boodschap veel minder impact geeft. Een goed voorbeeld hiervan is Jenny Holzers bijdrage bij äda ' web: de kunstenares vroeg expliciet aan de inititatiefnemers om haar naam nergens op de site te vermelden.(110) In twee jaar tijd echter is äda 'web (ongewild?) uitgegroeid tot een autoriteitsinstelling op het vlak van web art; de site wordt door veel critici en kunstenaars als de beste webkunstgalerij beschouwd. De projecten van Vivian Selbo, Matthew Ritchie en General Idea waren in februari 1997 de eerste online kunstwerken die door een belangrijk museum aangekocht werden, namelijk het San Francisco Museum of Modern Art. (111) De kwaliteit en aantrekkelijkheid van de projecten bij äda 'web kan toegeschreven worden aan een pionierende, "open-minded" visie bij de curatoren; van in het begin werd ervoor gekozen om zowel aan gevestigde als onbekende kunstenaars kansen te bieden op het Web, waarbij speciaal de aandacht uitgaat naar werk dat een krachtige, vaak kritische boodschap uitstraalt of dat op een uitdagende manier met het medium omgaat, zoals de projecten van GroupZ. Kritische inhoud is prominent aanwezig in het werk van Vivian Selbo, Julia Scher en Jenny Holzer. a. Jenny Holzer: Please Change Beliefs Jenny Holzer is een Newyorks kunstenares die sinds het einde van de jaren '70 intens bezig is met taal en hoe die gepercipieerd wordt. Ze ontwikkelde een aantal reeksen met statements of langere teksten die een expliciete, vaak politieke betekenis bezitten. De eerste reeksen, de Truisms en Inflammatory Essays liet ze op affiches, T-shirts, stickers en pamfletten afdrukken en verspreidde ze in de straten van de grootstad, om op die manier een zo groot mogelijk publiek te bereiken. In het midden van de jaren '80 maakte ze zich het medium van de "light emitting diode (L.E.D) boards" of lichtkranten eigen, en ze maakte ook gebruik van reclameboodschappen op TV om haar teksten te verspreiden. Enkele jaren later zet ze de stap van de straat naar het gevestigde kunstcircuit - galerijen en musea - waarbij haar werk een meer intiem karakter krijgt. In het begin van de jaren '90 neemt het belang van de tekst af en gaat Holzer experimenteren met virtual reality - een evolutie die de kwaliteit van haar werk niet ten goede komt. Voor haar webproject bij äda 'web keert Holzer terug naar de concepties en teksten uit het begin van haar carrière - korte, politiek geladen, contradictorische statements waarmee ze een breed publiek wil aanspreken.(112) Holzer is, naast Lawrence Weiner, de bekendste kunstenares die een plaats kreeg bij äda 'web. Op de indexpagina van äda 'web krijgt de bezoeker, naast de logo's van een aantal andere projecten, één van Holzers "Truisms" (1977-1987) te zien, door middel van een programma willekeurig gekozen uit een lange reeks. Na een muisklik op dit truïsme kom je op Holzers site terecht. Die bestaat in eerste instantie uit een eenvoudig wit scherm waarop in rode, flikkerende kapitalen haar "Truisms" één voor één verschijnen. Daaronder staat de tekst "PLEASE CHANGE BELIEFS", tevens de naam van het project. Een aantal truïsmes worden vergezeld van korte Quicktime filmpjes die een zwart-wit animatie van de tekst bevatten. Een klik op een truïsme brengt de bezoeker naar een parallelle reeks teksten, namelijk Holzers langere teksten die een meer poëtische inslag hebben. De Inflammatory Essays, Survival Series, Living Series en Laments worden niet, zoals de truïsmes, in rood-op-witte tekst gepresenteerd maar in wisselende, felle en contrasterende kleuren. Achter het woord "CHANGE" bevindt zich een link naar een formulier met de volledige lijst truïsmes. De bezoeker kan een uitspraak naar keuze selecteren en wijzigen; de nieuwe versie wordt opgenomen in een lange lijst die vaak bijzonder grappige en rake statements van het publiek bevat. Een klik op "BELIEFS" brengt de bezoeker naar een pagina met de titel "Believe?" waar de volledige lijst Truisms opgenomen is. Ieder statement kan naar keuze aangekruist worden, waarmee de toeschouwer aanduidt of hij/zij het met de stelling eens is of niet. Wanneer het formulier ingevuld en doorgestuurd is, dan krijg je de lijst met resultaten te zien. Het truïsme ABUSE OF POWER COMES AS NO SURPRISE blijkt de populairste uitspraak te zijn. PLEASE CHANGE BELIEFS wijkt qua concept enigszins af van Holzers vroeger werk. Het Web is in een aantal opzichten een uitstekend medium om haar bedoelingen te onderstrepen: de standaard-typografie van webpagina's is nog banaler dan de letters die ze in lichtkranten en op affiches en pamfletten gebruikt. Bovendien wordt de toeschouwer veel directer met haar teksten geconfronteerd dan in het straatbeeld het geval zou kunnen zijn: de woorden springen je op een hypnotiserende manier tegemoet. Maar het feit dat ze ditmaal het publiek toelaat te interfereren, is nieuw. De manier waarop blijft echter bijzonder anoniem, in een onpersoonlijke enquête-vorm die onwillekeurig doet denken aan de manier waarop Komar en Melamid (zie punt B.1a in dit hoofdstuk) de draak steken met deze onderzoeksmethode. De representativiteit van de inzendingen is nogal dubieus, en de lijst met parodieën zorgen er, volgens Brian d'Amato(113), voor dat de originele truïsmes, die aanvankelijk als een reeks banaliteiten bedoeld waren, onnodig in een schrijn geplaatst worden en de aura van "het origineel" meekrijgen. Holzer zelf zegt in een IRC-gesprek dat ze de gewijzigde versies met belangstelling leest en dat ze "ten minste de helft ervan beter vindt dan de originelen"(114). Of ze de nieuwe statements in de toekomst zal gebruiken voor andere projecten, is een open vraag. De Quicktime animaties van een aantal truïsmes vallen nogal uit de toon. Ze zijn visueel interessant, maar het duurt een hele tijd om ze te downloaden - d'Amato zegt hierover: "... getting anything pictorial through a telephone line is still like sucking Jell-O through a straw." Voor de impact van de site zijn ze van geen enkel belang; ze leiden eerder de aandacht van de essentie af. Dit toont aan dat een site niet noodzakelijk multimediaal hoeft te zijn om een interessante boodschap over te brengen en tegelijk een goed gebruik te maken van het medium. Group Z(115) bestaat uit 10 Belgische kunstenaars waarvan de meesten naast hun samenwerking op het Web bezig zijn met analoog werk. Michaël Samyn is het actiefste lid van de groep en verantwoordelijk voor een groot deel van de artistieke input. Zijn eigen projecten worden verder in dit hoofdstuk besproken(116). Group Z is als gast aanwezig bij äda 'web en heeft tot nu toe vier sites op zijn naam staan: Home, Virgin/Sucker, Love en I confess. I confess(117) is het recentste webproject van Group Z en kan enkel bekeken worden met Netscape 3.0. Het bestaat uit een combinatie van HTML, Java, MIDI-geluidsbestanden en Shockwave - een combinatie hiervan is nogal ongebruikelijk en daarom manen de makers van de site aan tot voorzichtigheid; zelfs een krachtige computer heeft moeite met de omvangrijke bestanden en met de overweldigende hoeveelheid Java. Met deze boodschap aan het begin van I confess is de toon meteen gezet: Group Z experimenteert met de nieuwste technologieën op het Web, en hun kunst is daarom niet echt "gebruiksvriendelijk". Eigenlijk vergt het ervaren van deze site veel tijd en stalen zenuwen - de pagina's laden tergend traag en vooral gebruikers van een Macintosh lopen het risico dat hun systeem geblokkeerd raakt. Wie aan dit onheil ontsnapt, krijgt echter een bijzonder humoristische site voorgeschoteld, een parodie op gevechtsspelletjes waarvan Doom het bekendste voorbeeld is. Bij het begin van de missie is de "speler" nog in het bezit van 100 % van zijn vermogens (gezondheid - health en wapens - armor, zoals in het computerspel), maar naarmate je verder vordert, verlies je je kracht en munitie. De argeloze bezoeker krijgt een hele reeks vragen voorgeschoteld die te maken hebben met de frustraties van het kunstenaarschap; iedere vraag moet positief beantwoord worden, zoniet word je onverbiddelijk uit het spel gegooid en moet je herbeginnen ("I confess!"). De reeks vragen eindigt met: "Do you repent?", op het ogenblik dat alle munitie opgebruikt is, en met de troostende mededeling "Go in peace", waarna je merkt dat je naam als eerste in de "high score"-lijst opgenomen werd. Group Z is een groep kunstenaars wiens analoog werk moeilijk ingang vindt in het traditionele kunstcircuit, en met I confess leveren ze op een mild-ironische manier commentaar op hun eigen kunstenaarschap. Hun "oeuvre" bij äda 'web geeft een weinig "artistieke" indruk, is heel speels en toegankelijk; ze halen hun inspiratie uit het dagelijkse leven, de populaire cultuur, computerspelletjes, reclame en kitsch. Hiermee formuleren ze een duidelijk statement tegen het vaak arrogante en intellectualistische karakter van wereldvreemde vormen van hedendaagse kunst. Ze stellen daar een aantal projecten tegenover die qua thematiek uit het leven gegrepen zijn, met een sterk emotionele inhoud (LOVE(118) gaat over verschillende, vaak banale, vormen van liefde) en een vernieuwende vormgeving - multimediale experimenten met de interface van een webpagina waarbij veel aandacht besteed wordt aan de manier waarop de gebruiker met de informatie omgaat. |
|
Copyright © 1997
|