spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Hoofdstuk 3 B. "Real life" instituten 1. Dia Center for the Arts Het Dia Center for the Arts(138) (vroeger de Dia Art Foundation) speelt sinds de late jaren '70 een voorname rol in de Newyorkse kunstwereld; het steunt uiteenlopende artistieke projecten en creëert een forum voor interdisciplinaire kunst en kritiek. Daarnaast bezit het Dia Center een uitgebreide collectie pop art, minimalistische en conceptuele kunst en land art; deze collectie zal in 1998 een plaats krijgen in een eigen museum. Verder organiseert het Dia Center tentoonstellingen van hedendaagse kunst, dansvoorstellingen en manifestaties rond poëzie. De dialoog rond kunst wordt levendig gehouden door middel van lezingen en discussies.(139) Doordat het Dia Center steeds sterk op conceptuele kunst gericht geweest is, is de overstap naar het Internet vrij klein - ook Netkunst vraagt om lange voorbereiding of ondersteuning door niet-kunstenaars, soms programmeurs, en bovendien gaat kunst op het Net nog verder in de dematerialisering van de objecten die door Lucy Lippard in de conceptuele kunst beschreven werd(140). De website van het Dia Center is in haar geheel een weerslag van de activiteiten "in real life", maar gaat verder dan louter een beschrijving van de evenementen, geïllustreerd met stilstaande of bewegende beeldjes; de samenstellers doen inspanningen om een duidelijke meerwaarde te bieden aan de informatie. De pagina's over het werk van Hanne Darboven(141), bijvoorbeeld, vormen zelf een illustratie van de concepten die de artieste in haar kunst verwerkt en zijn een uitstekend staaltje van web page design. Daarnaast stelt de Dia-site ook een aantal artistieke projecten voor het World Wide Web(142) voor. Sommige websites lopen parallel met een tentoonstelling, andere zijn autonome kunstwerken. Sara Tucker, verantwoordelijke voor de nieuwe media bij het Dia Center, nodigt kunstenaars uit die anders waarschijnlijk nooit op eigen initiatief op het Internet zouden gewerkt hebben. Daardoor maken de projecten op heel uiteenlopende, soms niet echt adequate manier gebruik van het medium. Zo is bijvoorbeeld het werk van Juan Muñoz, A Place Called Abroad (143), weinig meer dan een multimediale documentatie van zijn installatiekunst bij het Dia Center. Ook het Webproject van Jessica Stockholder(144) is louter documentatie van de opbouw van haar installatie, die door de Internetgebruikers bijna live kon gevolgd worden vóór de opening van de tentoonstelling. Het complexe werk Fantastic Prayers van Constance De Jong, Tony Oursler en Stephen Vitiello(145) dat handelt over 'Art, Archeology, Religion and Rock and Roll' was op CD-ROM waarschijnlijk beter tot zijn recht gekomen. Cheryl Donegan toont met haar project Studio Visit(146) meer voeling met het medium. Het is een site met documentatie over eigen werk, dat met het oog op trage netwerkverbindingen bestaat uit eenvoudige, bonte frames met sterk gecomprimeerde en op cartoonachtige manier vereenvoudigde afbeeldingen van motieven die in het oeuvre van de Newyorkse schilderes telkens weer opduiken: vingerafdrukken, detergent-flessen, sigarettenverpakkingen... Door middel van kleine animaties gaan die motieven een eigen leven leiden; dit toont aan dat de notie "mixed media" in de Netkunst een nieuwe betekenis krijgt.(147) De webprojecten op de Dia-site worden telkens vergezeld van een inleidende tekst met een korte biografie van de kunstenaar en een beschrijving van het concept van het project. Dit kadert binnen de informerende, educatieve functie die het Dia Center sinds haar ontstaan vervult; ook andere kunstprojecten op het Web maken gebruik van de mogelijkheid om het publiek in te lichten over de bedoeling van het werk, maar meestal gaan de kunstenaars daarin niet zo ver als het geval is bij het Dia Center. Äda 'web bijvoorbeeld beschikt eveneens over een directory met biografische gegevens over de artiesten, maar die informatie is niet zo uitgebreid als op de Dia-site. Dit heeft als voordeel dat de gebruiker het werk echt zelf moet "verkennen", ook inhoudelijk, wat een desoriënterend en zelfs ontmoedigend effect kan hebben maar anderzijds ook het verrassingseffect en het spelelement in stand houdt, twee aspecten die bij webkunst essentieel zijn. a. Komar & Melamid: The World's Most Wanted Paintings Vitaly Komar en Alex Melamid, beiden geboren in Moskou aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, leveren in hun werk sociale en politieke commentaar op de Sovjetunie, het Westen en thema's als democratie en sociaal realisme. Op de Dia-website presenteren ze een onderdeel van "The People's Choice", een project dat ze eerder via traditionele media begonnen waren. De artiesten verzamelen met de hulp van een onderzoeksbureau enquêtegegevens die naar de artistieke smaak van het publiek peilen. Dit onderzoek werd/wordt per land uitgevoerd. Ook op het World Wide Web kon het publiek een enquêteformulier invullen waarbij naar bijzonder uiteenlopende gegevens gepeild werd, gaande van lievelingskleur over politieke overtuiging tot inkomensklasse. Uitgaande van de resultaten maken de kunstenaars schilderijen die overeen komen met de smaak van het publiek. Op de Dia Center-website van Komar en Melamid(148) zie je de resultaten van vorige fasen uit het onderzoek: de "favoriete" en "meest gehate" schilderijen van een aantal landen, waaronder de USA, Frankrijk en Japan. De schilderijen zijn bijzonder slecht en kitscherig, zowel die met het predikaat "most wanted", meestal landschappen in "dishwasher" formaat, als de "least wanted paintings", moderne werken die van een even grote banaliteit getuigen. Het project formuleert een statement over esthetische voorkeur, smaak en democratie, als reactie op de eis die ook nu nog vaak aan de kunst gesteld wordt: dat ze tegemoet komt aan de smaak van Jan Modaal en dat ze, zoals ten tijde van het sociaal realisme, voldoet aan de verwachtingen van het volk. De kunstenaars voeren deze eis tot in het absurde, door deze norm op extreme wijze te vervullen. Komar en Melamid stellen vragen die vaak niet durven gesteld worden: hoe zou kunst eruit zien die aan het smaakoordeel van zoveel mogelijk mensen voldoet? En: wat voor een cultuur krijg je in een maatschappij die georganiseerd wordt met het oog op de resultaten van opiniepeilingen? Met "The People's Choice" ontmaskeren Komar en Melamid de mechanismen van het kapitalisme, dat eigenlijk slechts een andere vorm van totalitarisme is - de maatschappij krijgt geen vorm door een almachtige partijbureaucratie maar via marktonderzoek.(149) Alex Melamid omschreef het concept van hun project als volgt:
Voor Komar en Melamid is het Web een uitstekend kanaal om zonder de tussenkomst van een onderzoeksbureau aan enquêtegegevens te raken. Opvallend is hierbij dat ze het Internet blijkbaar als een afzonderlijk "land", of tenminste als een internationale gemeenschap met eigen regels en een eigen smaak beschouwen. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn: de Internetgemeenschap is de enige die landschappen afzweert en een duidelijke voorkeur vertoont voor "moderne" thema's. Bovendien zijn de Internetgebruikers op Turkije na de enige groep die niet-religieuze motieven verkiest. De statistieken kunnen op de Dia-site ingekeken worden, en ook afbeeldingen van de resulterende schilderijen zijn er te zien. b. Susan Hiller: Dream Screens Ook de Britse kunstenares Susan Hiller was niet vertrouwd met het medium toen ze door het Dia Center uitgenodigd werd voor een Internetproject. Haar werk, waar de performance-achtergrond van de kunstenares duidelijk naar voor komt, kan als een commentaar op het Web beschouwd worden. Dream Screens(151) gaat over dromen en hallucinaties. Het project bestaat uit een reeks monochrome pagina's; naarmate men dichter bij de rand klikt, des te donkerder worden de kleuren. Intussen hoor je gefluisterde teksten over dromen of over films met de droom als onderwerp. Dit project geeft een nieuwe betekenis aan het "site specific"-concept uit de jaren '70: het thematiseert het venster waardoor we het Web bekijken - de browser, het "klikken" en surfen om door de tweedimensionele, grafische ruimte te bewegen - en is op die manier "Internet specific". De monochrome vlakken worden droomschermen waarop de bezoeker zijn verwachtingen en voorstellingen projecteert - niet het Internet dat ons iets meedeelt, maar wijzelf die inhoud geven aan het Net. Het is een wandeling door een lege ruimte die volledig door onze eigen verbeelding moet ingevuld worden. Op die manier wordt het surfen tot zijn logische einde gebracht, een tocht door de virtuele ruimte van het Internet, waarop we zelf onze wensen en dromen projecteren.(152) |
|
Copyright © 1997
|