spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Besluit Een algemene conclusie... Deze verhandeling schetst een beeld van de webkunst van 1996 en de eerste helft van 1997, en dit vanuit verschillende invalshoeken. Het Internet en het World Wide Web bieden aan kunstenaars een uitdagend, nieuw medium met specifieke, eigen karakteristieken; het Internet is gedecentraliseerd en oncontroleerbaar, het Web biedt mogelijkheden om interactieve hypermedia uit te bouwen. De belangstelling voor technologische media groeit naarmate ze een belangrijker plaats in ons leven innemen. Het besef dat deze media een grote invloed op maatschappelijke structuren uitoefenen wordt gevoed door een mediatheoretisch discours, met een aantal denkers zoals de pionier McLuhan, en ook kritischer figuren zoals Flusser en Kittler, die elk de media vanuit een andere invalshoek benaderen. Ook binnen de kunst neemt de interesse voor het medium zelf, en dan vooral voor technologische media, toe. De culturele context waarbinnen deze mediakunst ontstaat, is het postmodernisme, dat het rationalisme verwerpt en de oorlog verklaart aan de totaliteit. De "grote verhalen" worden in vraag gesteld; relativisme is het resultaat. Traditionele noties van tekst en auteur worden overboord gegooid. Een bijzonder radicaal en invloedrijk denker is Jean Baudrillard, met zijn theorieën in verband met simulatie en de idee dat de realiteit tot hyperrealisme geïmplodeerd is. Baudrillard beïnvloedde Paul Virilio, die de keerzijde van de medaille van technologie benadrukt; het bereiken van de lichtsnelheid en het wegvallen van de afstand heeft volgens hem catastrofale gevolgen voor de wereldpolitiek, de geostrategie en de democratie. Sinds een aantal decennia wordt diezelfde technologie door een aantal kunstenaars gebruikt als artistiek medium. Deze digitale kunst valt buiten het traditionele kunstcircuit, is sterk met de wetenschap verbonden en wordt gekenmerkt door immaterialiteit en simulatie. Het digitale beeld zorgt voor nieuwe vormen van perceptie; virtuele werelden gaan gepaard met een eigen ontologie en een specifieke, nieuwe esthetica. De interesse voor machinale processen uit zich in een artistieke praktijk rond de machine als autonoom object; de cyborg-idee problematiseert de positie van het lichaam ten opzichte van de machine, en de vraagstelling rond de interface houdt zich bezig met de omgang van de mens met de machine. Netwerk-esthetica tenslotte voegt hier een aantal menselijke factoren aan toe: de mogelijkheid tot interactie en collectieve creativiteit. Binnen deze context komt webkunst tot stand, en dit via uiteenlopende promotiekanalen: virtuele galerijen die enkel op het web bestaan en "real life"-instituten die schijfruimte bieden aan webkunstenaars. Bovendien biedt het Web aan kunstenaars ook de mogelijkheid om zichzelf te promoten, zonder tussenkomst van derden. Wedstrijden kunnen hier een impuls geven; verder bestaan er specifieke kanalen en gemeenschappen waar uitwisseling tussen kunstenaars en theoretici plaatsvindt; een interessant voorbeeld hiervan is de net.art-beweging rond de Nettime-mailinglist. Hoe gaat webkunst met het medium om? Het Web wordt door webkunstenaars op uiteenlopende manieren en op verschillende niveaus benaderd: louter als instrument om traditionele inhouden over te dragen, als aanleiding tot experiment met multimedia en de interface, of zelfs als onderwerp van het kunstwerk, met een onderliggende kritische houding ten aanzien van het netwerk. Deze kritische houding uit zich ook in de thematiek van heel wat webkunst. de problematiek van de netwerk- en interface-metafoor is een belangrijk thema; zo ook activisme dat specifiek op het Net gericht is, en communicatie en sociale structuren die eigen zijn aan de computernetwerken. Dit laatste uit zich in het ontstaan van virtuele gemeenschappen, en via een nieuwe relatie met het publiek ook in de vraagstelling in verband met interactiviteit. Als besluit kunnen we stellen dat webkunst zich in veel gevallen bewust is van de eigenheid van het medium; de interessantste vormen van webkunst zijn tegelijkertijd een vorm van webkritiek. Daarmee profileert deze vorm van kunst zich aan de rand van de digitale esthetica; ze neemt er een aantal belangrijke principes van over, zoals de bekommernis om de interface, maar legt verder vooral de nadruk op de specifieke eigenheid van het netwerk. |
|
Copyright © 1997
|