spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium |
||
Inleiding Hoofdstuk 1 A. Internet B. World Wide Web
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie B. Postmodernisme C. Digitale esthetica Hoofdstuk 3 A. Virtuele galerijen B. "Real life" instituten C. Autonome initiatieven D. Wedstrijden E. Net.art F. Conclusie Hoofdstuk 4 A. Medium en inhoud B. Thematiek C. Conclusie Besluit Bibliografie A. Gedrukte bronnen B. Online bronnen |
Hoofdstuk 2 A. Mediatheorie 1. Marshall McLuhan McLuhan veroorzaakte in de jaren '60 heel wat opschudding met zijn baanbrekende geschriften over de impact van de (massa)media op het menselijk bewustzijn. Hij kwam in de jaren '90 opnieuw in de belangstelling door de explosieve groei van het Internet en wordt door heel wat mensen beschouwd als de belangrijkste theoreticus van het informatietijdperk (hij is zowat de "patroonheilige" van het tijdschrift Wired[24]); voor anderen is hij een oppervlakkig en corrupt dogmaticus die onterecht veel te serieus genomen werd. McLuhans theorieën berusten op een technologisch determinisme; volgens hem wordt de geschiedenis geschreven door de media. Hij beschouwde de technologische evolutie, en vooral de nieuwe vormen van communicatie, als de voornaamste drijfveer achter de geschiedenis van de mensheid.
McLuhans terminologie:
In The Gutenberg Galaxy(26) vergelijkt McLuhan de pre-literaire, niet-Westerse, tribale mens met de Westerse 'scribal man' (een produkt van de 'manuscriptcultuur' voor 1500) en 'typographic man' (ingebed in de 'drukcultuur' na 1500). Hij concludeert dat de introductie van het fonetische alfabet en de boekdrukkunst telkens een culturele schokgolf hebben veroorzaakt. De pre-literaire mens leeft in de magische wereld van orale communicatie die drastisch verschilt van de rechtlijnige "visuele ruimte" van het Westerse, literaire wereldbeeld. Als overtuigd katholiek beschouwde McLuhan het fonetisch alfabet als een verboden vrucht die de westerse beschaving veroordeelt tot een zondige wereld van isolatie, objectiviteit en rationaliteit. Sinds de 15de eeuw droeg de uitvinding van het aanpasbare lettertype en het "draagbare" boek bij tot de ontwikkelingen van de Verlichting en de Industriële Revolutie. In Understanding Media(27) beweert McLuhan dat het informatietijdperk (volgens hem ingeleid door de uitvinding van de telegraaf in 1844) het aanschijn van de geschiedenis in zijn totaliteit veranderd heeft. Na drieduizend jaar van explosie onder invloed van fragmentaire en mechanische technologieën ondergaat de wereld nu een implosie. De cybernetische (automatische) cultuur voert ons terug naar een pre-literair wereldbeeld: mythisch in plaats van rationeel, tactiel in plaats van visueel, geïntegreerd in plaats van gefragmenteerd. Elektronische verbondenheid verandert onze wereld in een "global village".
Kritische bedenkingen De ideeën van McLuhan werden gretig door een deel van de Internetgemeenschap overgenomen, maar oogstten daarnaast ook veel kritiek. Vooral zijn voorspelling in verband met een "global village" bleek achteraf utopisch. Mark Dery, links cultuurfilosoof en auteur van Escape Velocity(29), stelt dat de computernetwerken, nodig voor een 'global village', wel degelijk tot stand zijn gekomen, maar vraagt zich af in hoever dit tot een groter gevoel van betrokkenheid gezorgd heeft(30). Televisiebeelden van ellende kunnen de inertie van de "couch potato" niet wegnemen, maar de TV is dan ook een verouderd, ééndimensionaal, unilateraal medium. Echter, ook de nieuwe virtuele gemeenschappen zorgen niet voor een grotere betrokkenheid bij het wereldgebeuren; er ontstaan juist nieuwe sociale structuren van kleine groepen met eigen interesses, zoals door Howard Rheingold(31) aangetoond wordt. Dery hanteert een pessimistische visie: de elektronische gemeenschap is gefragmenteerd in atomische specialisaties, waar een "terminale anomie" ontstaat door een leven dat zich steeds meer in cyberspace afspeelt. Een aantal hoopvolle gevallen van van empathie op het Net beschouwt hij als randverschijnselen; Dery verwijst naar de dood van het affect zoals beschreven in de roman Crash van J.G. Ballard(32). De verhuizing naar cyberspace loopt parallel met een hervorming van het stedelijk landschap(33), waarbij de urbane publieke ruimte steeds meer geprivatiseerd wordt en het gevoel van sociale verantwoordelijkheid verdwijnt. De vlucht in het "digitale simulacrum" vertoont sterke gelijkenissen met het TV-escapisme. Meer nog, de elektronische media versterken de afname van onze burgerzin, doordat we vervreemden van de gevolgen van onze acties. McLuhans idee van een "global village" werd in de late jaren '60 door de marginale computercultuur voorzien van een New Age-achtig aura en gekoppeld aan het ontstaan van een kosmisch bewustzijn, verwant met de theorieën van Teilhard de Chardin. John Perry Barlow is één van de aanhangers van de visie dat het Internet een enorm nieuw neurosysteem vormt, een soort meta-organisme dat het individu overstijgt. Mark Dery besluit zijn kritiek met de vaststelling dat McLuhan zich tot doel gesteld had om van mediatheorie een exacte wetenschap te maken; zijn terminologie was echter verwarrend en tegen-intuïtief (bijvoorbeeld het weinig logische onderscheid dat hij maakte tussen "hot and cool media") en zijn betoog was vaak ondoordringbaar. Het verlangen naar een tribale technocultuur is, aldus Dery, een subtiel reactionaire utopie. Ook Arthur Kroker legt, echter op een minder kritische manier, de nadruk op McLuhans manier van schrijven en op zijn katholieke achtergrond. Kroker bespreekt een aantal "blinde vlekken" in de theorie van McLuhan(34). Ten eerste ontbrak bij hem een systematische theorie over de relatie tussen technologie en economie, en zeker een kritische benadering van het zich toeëigenen (dus de privatisering) van technologie door belangrijke instituties, multinationals en de staat. Nergens vinden we bij McLuhan een reflectie over de relatie tussen kapitalisme en technologie - een hoge graad van onverschilligheid die te wijten was aan zijn technologisch determinisme, maar vooral aan zijn katholiek georiënteerde verwachting dat de elektronische markteconomie een katalysator zou zijn bij het bepalen van de condities tot het ontstaan van de "kosmische mens". Een tweede beperking in McLuhans gedachtengoed betrof zijn minachting tegenover de nationale kwestie in Canada; hij wierp zich op als de profeet van het einde van de nationalistische gevoeligheden. |
|
Copyright © 1997
|